Robert Vuijsje, ‘Beste vriend’

Vuijsjes roman leest gezapig weg, maar moet het teveel hebben van één ideetje.

Wie neem je in de maling?

Robert Vuijsje maakte furore met zijn debuutroman ‘Alleen maar nette mensen’, waarvoor hij onder meer de Gouden Uil kreeg. In ‘Beste vriend’, zijn tweede roman, laat hij zien hoe een hyperindividualist de harde realiteit naar zijn hand probeert te zetten.

Wat Samuel Green – iedereen kent hem als Sam – precies doet is niet duidelijk. Geregeld wordt hem die vraag gesteld, een eenduidig antwoord is er niet. Hersendood stapt hij door het leven, met een schimmige Rocky als persoonlijke raadgever. Sam schuimt feestjes af waar hij andere bekende mensen ontmoet en goodiebags – gsm’s en andere gadgets – verzamelt. Een goede echtgenoot en vader zijn interesseert hem niet, ijdel als hij is. Het summum van zijn eenpersoonskoninkrijk is een eigen tijdschrift, de SAM. Hij komt vaak op televisie. De eerste keer was de uitdaging enorm, een doel op zich. “De tweede keer weet je dat je het kunt.” Hij erkent de bubble, de praatjes in die programma’s leiden nergens heen. “Met een normaal gesprek heeft het niets te maken. Toch moet het daarop lijken.” Hoezeer die uitspraak lijkt te getuigen van zelfinzicht, ze blijft haperen in het kortetermijngeheugen.

Tussen de korte hoofdstukken in richt Sam zich tot zijn beste vriend. Hij doet dat met een pen op papier. Sams hang naar authenticiteit mag van meet af aan duidelijk zijn. Voor een aandachtige lezer zal dan al duidelijk zijn dat Sam op een gegeven moment de nood zal ervaren zijn leven binnenstebuiten te keren. In de relatie met zijn zoon, een non-opvoeding die hij volledig overlaat aan zijn van Suriname afkomstige echtgenote Venus, spiegelt hij zich aan zijn afwezige vader. “Het was: hij wilde mijn vader spelen. Maar ook: hij was het niet.”

In tegenstelling tot wat de titel van het eerste hoofdstuk doet vermoeden, ‘Een afro of een jewfro’, gaat dit boek hoegenaamd niet over multiculturaliteit. Net als zijn debuut bevat ‘Beste vriend’ een maatschappijkritische laag. Hoe bewegen mensen zich in hun vakkundig opgebouwde leegte? “Het is de aandacht. Allemaal aandacht, aandacht, aandacht. Je bent belangrijk, en hoger dan die mensen op de achtergrond.” In Sams opinie is er niet langer een onderscheid tussen het individu en diens productiviteit waaraan zijn gehele bestaansrecht is ontleend. Dat hij uiteindelijk erkenning beoogt, verrast dan wel niet; Vuijsjes luchtigheid staat in schril contrast met die moeizame zoektocht. Finaal herdefinieert Sam zichzelf als een zoon en een vader.

Het metier van romanschrijver past Vuijsje als een oude jas om de schouders. Zijn subtiel ironische zinnen lezen gezapig weg, heel af en toe zinderen ze na. Toch stelt zich de vraag of deze roman het niet teveel moet hebben van één ideetje: dat van een man die leeft in de waan van de dag en gedwongen tot een hartverscheurende keuze teruggrijpt naar het megalomane dat hem typeert. De houdbaarheid van zo’n verhaal lijkt wel erg beperkt. Vuijsjes roman weet zich enigszins te onderscheiden door het wrange slot dat met verstomming slaat.

© auteursfoto: ANP / Lex van Lieshout

Published by: lagelandenlezer

Genoeglijk grasduint lagelandenlezer in de verse oogst romans uit Nederland en Vlaanderen. Om er nu en dan een uit te lichten en te bespreken. Om nog meer sporadisch een auteur te benaderen voor een gesprek. Een eminente lezer én criticus wil hij later worden, een weg bezaaid met fraaie metaforen, grillige plotlijnen en luisterrijke personages.

Leave a comment

Leave a comment